Onlinejuwelenshop

Onlinejuwelenshop
Onlinejuwelenshop

vrijdag 29 april 2011

The end …

We zijn eind april en het einde voor de opdracht nadert. Ik ben daar dan ook niet boos over. Het was een zeer belastende opdracht. Het was zeer moeilijk en werkbelastend om op regelmatige tijdstippen iets te posten op de blog. Het zou veel eenvoudiger zijn om een aantal teksten op een bepaalde datum af te geven in een paper dan dit maandelijks bij te houden aan de hand van een blog. Met schaamrood op mijn kaken moet ik dan ook toegeven dat ik de meeste posts ook op het laatst toegevoegd had.
Het was ook niet steeds eenvoudig om het boek Zorg en de staat van Abraham de Swaan door te nemen. Het was veel lezen en herlezen om grondig te weten wat er bedoeld werd. Wel was het eenvoudig om nadien de link te leggen met de actualiteit.

Het reageren op de blogs van medestudenten was ook geen sinecure omdat deze zich er niet steeds toe leenden.

Dit was mijn laatste post op de blog, hier laten we het verleden achter ons en richten ons enkel nog op de toekomst.

woensdag 27 april 2011

De verzorgingsstaat

Wat is een verzorgingsstaat?
Een verzorgingsstaat is een maatschappijvorm waarin de overheid actief tussenkomt in de vorming van het maatschappelijk leven. Concreet wil dit zeggen dat de overheid garant staat voor de ontwikkeling van de zorgarrangementen die in een spanningsveld komen te staan. Ze zullen ervoor zorgen dat er een herverdelingsmechanisme ingebouwd is zodat iedereen toegang heeft tot noodzakelijke diensten en dienstverlening.

De oorsprong van de verzorgingsstaat kunnen we terug vinden in de armenzorg. Als we kijken naar de openbare armenzorg dan zien we dat er 5 verschillende oorsprongen aangeduid kunnen worden. De sociale bescherming van de minder behoede arbeiders, de kerkelijke liefdadigheid, het solidariteitsmechanisme die er was in een gemeenschap, het kapitalisme en de ontwikkeling van de staat zelf.

Types verzorgingsstaten:
We kunnen 4 verschillende vormen van de verzorgingsstaat onderscheiden. Het onderscheid tussen de verschillende verzorgingsstaten berust op twee criteria ‘s namelijk de keuze mogelijkheid tot individuele ontplooiing (bijvoorbeeld: het recht om zelf te kiezen naar welke school we gaan) en de mate waarin deze structurele keuze mogelijkheid cultureel ingebed is (kunnen we naar de school van onze keuze gaan).
De verschillende verzorgingsstaten zijn:
sociaaldemocratisch of scandinavisch model: Dit type kent een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid met relatief hoge, vrij algemeen toegankelijke uitkeringen. De burgers betalen veel premies en belasting, met als gevolg dat er goede regelingen voor ouderschapsverlof en een hoge arbeidsmarktparticipatie is, ook door vrouwen. Dit model komen we tegen in landen als Denemarken, Finland, Zweden.
Het corporatistisch of continentaal model: Dit type heeft ook een hoog voorzieningsniveau, maar de toekenning van rechten is selectiever. Werknemers- en werkgeversorganisaties spelen een belangrijke rol; de rol van de overheid op de arbeidsmarkt is beperkt. Relatief weinig vrouwen en oudere mannen hebben een baan. Werknemers zijn goed tegen ontslag beschermd. Dit vinden we terug in Frankrijk, België, Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk.
Het liberaal of Angelsaksisch model: Het niveau van sociale voorzieningen ligt veel lager, en uitkeringen zijn moeilijker te krijgen. Bovendien zijn de uitkeringspercentages lager en korter. De overheid bemoeit zich weinig met de zorgtaken en trekt daar weinig geld voor uit. Onder andere te vinden in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Ierland.
Mediterraans model: Dit type heeft relatief ruime voorzieningen voor werkende mensen. De pensioenen zijn erg hoog, maar er is een lagere sociale zekerheid. De arbeidsparticipatie door vrouwen is laag en voor niet-werkenden zijn weinig sociale voorzieningen beschikbaar. Onder andere te vinden in Spanje, Griekenland, Portugal, Italië.

In België vinden we een combinatie terug tussen het sociaal-democratisch model (erkenning van sociale rechten) en het institutionele model (de wijze van organisatie en uitvoering van het sociale beleid). Maar door de ontwikkelingen (migratiestroom, economische herstructurering, demografische wijzigingen,…) op nationaal en internationaal vlak komt het model onder druk te staan.

Nadelen van de verzorgingsstaat zoals we deze kennen
Er is dan ook al heel wat kritiek geuit op de verzorgingsstaat zoals we deze kennen. Een belangrijk gevolg van de verzorgingsstaat is het matheuseffect. Bepaalde voordelen zullen vaker naar de hogere sociale lagen gaan dan naar de lagen waarvoor het effectief wel bedoeld is. De reden hiervoor is dat zij er langer gebruik van zullen maken en een betere kennis hebben over de voordelen. Een ander kritiek is de betaalbaarheid, zullen we dit in de toekomst nog op hetzelfde pijl kunnen houden ondanks de wijzigende demografische toestand? We verwachten namelijk heel veel van de overheid en wat men verwacht komt niet steeds overeen met wat men kan doen.

De verzuiling en ontzuiling van de maatschappij

Wat is verzuiling?
Verzuiling is een begrip afkomstig uit de sociologie, waarmee gewezen wordt op één of meer levensbeschouwelijke karakteristieken die aanwezig zijn in de samenleving. In België kennen we drie zuilen; de katholieke, de socialistische en de liberale zuil.

Het doel van de verzuiling is om een sterk verdeelde samenleving in het begin van de 20ste Eeuw bijeen te houden. De verschillende zuilen werden dan ook ingebouwd in de verzorgingsstaat.

De scheiding werd vormgegeven doordat iedere zuil onafhankelijk van de andere zuil zijn eigen kerk, krant, vakbond, politieke partij, woningbouwvereniging, scoutinggroep, scholen, ziekenhuis, sportverenigingen en zelfs winkels en bedrijven had.



Waren we katholiek dan waren we lid van de CD&V, lazen het Nieuwsblad, gingen naar het katholiek onderwijs en zonden onze kinderen naar de Chiro. Waren we socialistisch dan hadden we een Sp.a lidkaart, lazen we De morgen, en waren we lid van de Bond Moyson. Of als we liberaal waren dan gingen we naar de VUB, lazen het Laatste Nieuws en zijn lid van de Open VLD.

De ontzuiling van de samenleving
De dag van vandaag is onze maatschappij zo geëvolueerd dat niet langer de zuil centraal staat, maar het Ik een centrale rol speelt. Er is als het ware een heuse ontzuiling ontstaan. Men zal tegenwoordig lid zijn bij de Cm, het Laatste Nieuws lezen, naar de VUB gaan en aangesloten zijn bij het ABVV. We zullen eerder kijken naar de verschillende voordelen dat de organisaties bieden dan naar de zuil waartoe ze behoren.

zaterdag 23 april 2011

Pensioen in België

Vroeger was het zo dat men bleef werken tot men niet meer kon, maar gevorderde leeftijd was geen excuus om te stoppen met werken. Men deed het dan enkel wat rustiger aan op het eigen land of men zorgde voor de familie Pensionering is een vrij recent gegeven. Het was dan ook zo dat veel ouderen met armoede te kampen hadden waardoor ouderdom een sociaal probleem werd

Het pensioen in belgië
Het wettelijk pensioen in België is gebaseerd op het solidariteitsprincipe. Wat wil zeggen dat de actieve werkende bevolking een stuk van zijn loon afgeeft om de oudere bevolking te kunnen voorzien van een pensioen. Het stuk loon dat we afgeven is afhankelijk van de inkomsten dat we ontvangen, sommigen zullen meer bijdragen dan anderen. Hiertegenover staat dan ook dat de nu actieve bevolking van dezelfde gunstmaatregel kan genieten als de ouderen de dag van vandaag. Daarom spreken we ook wel van een repartitiestelsel.

Probleem met de pensioenen
Om dit systeem aan te houden moeten we ook aandachtig zijn voor de vergrijzing die zich in de toekomst zal aandienen. Momenteel is er een steeds verouderende bevolking en een laag geboortecijfer. In 2000 was 22,50% van de Belgen gepensioneerd. Naar verwachting zal dat cijfer rond 2020 oplopen tot 27,10% en zal in 2040 een op de drie Belgen gepensioneerd zijn. Deze ontwikkeling, gecombineerd met de lagere geboortecijfers, maakt dat de verhouding 65-plussers versus actieve bevolking (15 tot 64 jaar) uit balans zal raken. Er zullen dan steeds minder actieve mensen moeten instaan voor dezelfde financiële bijdragen, waardoor de druk zal stijgen. Maar de regering is op zoek naar een oplossing voor dit probleem. Zo zullen mensen die langer aan het werk blijven financieel beloond worden, de wettelijke pensioenleeftijd is opgetrokken en men moet een aantal jaar gewerkt hebben voordat men in vervroegd pensioen kan gaan.

Het pensioen wordt bij ons gezien als een vervanginkomen, wat niet in alle EU landen zo is. In landen als Nederland, Zwitserland, Denemarken, … is het pensioen een basisinkomen. Zij geven heel hun leven een stuk van hun loon af, waarop er rente komt. Bij pensionering krijgen ze dit dan uitbetaald. We kunnen dit vergelijken met het aanvullend pensioen bij ons.
Het pensioen zal vaak niet voldoende zijn, daarom is het mogelijk om een aantal aanvullende maatregen te treffen zoals groepsverzekeringen, pensioensparen, vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen, …

Be pensioen pijlers
Als we dit nu kort samenvatten bestaat het pensioenstelsel in België uit 3 pijlers:
De eerste pijler is wat de overheid kan bieden. De tweede pijler is wat de werkgever je kan bieden (pensioenfonds). En de derde pijler waarin je zelf kan voorzien, zoals pensioensparen. We hebben dus nog geen reden om in paniek te geraken. Naast het wettelijk pensioen zijn er nog mogelijkheden genoeg op de markt die mee helpen voorzien in een aanvulling van ons pensioen.

vrijdag 22 april 2011

De cholera epidemie

De industrialisatie brengt voor het gros van de bevolking weinig voordelen met zich mee. Er is een toenemende verstedelijking, arme woon- en hygiënische omstandigheden. Dergelijke sociale wantoestanden samen met een geringe medische kennis zorgden voor een zwakke weerstand tegen infectieziekten en een hoog sterftecijfer. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er in de 19de Eeuw een grote cholera epidemie uitgebroken is.

Cholera (of de blauwe dood) is een infectieziekte veroorzaakt door een bacterie die ernstige diarree en uitdroging als gevolg heeft. Dit zorgde ervoor dat de mensen een blauw/grauwe kleur hadden en cholera ook wel eens de naam “blauwe dood” gaven. Cholera wordt overgebracht via besmet water. Om de ziekte te voorkomen zal men besmette personen behandelen met antibiotica en vochttoediening. Maar om de ziekte te voorkomen zijn hygiënische maatregen onontbeerlijk.

Cholera is oorspronkelijk afkomstig uit India (1817) en heeft zich van hieruit via de Ganges uitgebreid naar Europa (1831). De industrialisatie, handel, scheepvaart en militair transport speelden een belangrijke rol in de uitbreiding van de ziekte. In België was er van 1846 tot 1848 een stijgende mortaliteit ten gevolge van de cholera epidemie. Dit was voornamelijk het geval in Antwerpen, Gent, Leuven, Doornik en Namen.

Cholera is in de tijd door verschillende artsen onderzocht. Één van de onderzoekers was William Far (1849). Hij dacht dat de oorzaak van de ziekte gezocht moest worden in het feit dat men vervuilde lucht inademde (miasmatheorie). Een andere onderzoeker in dezelfde tijd was John Snow (1849).

Hij ging er dan terug vanuit dat cholera het gevolg was van een gif die van het ene slachtoffer op het andere overgedragen werd. Hij ging op onderzoek uit en merkte dat niet iedereen tegelijk ziek werd. Maar dat het zich vanuit bepaalde haarden uitbreidde. Hij legde dan ook als eerste de link tussen cholera en besmet drinkwater.

Ook in de 20ste Eeuw komt cholera nog voor. De meest recente gevallen waren in Zimbabwe (2008) door een gebrek aan zuiver water en gezondheidszorg en Haïti (2010) ten gevolge van een verwoestende aardbeving.

Stedelijke interdependentie

Wie het kon veroorloven in de 19de eeuw trok weg uit buurten waar armen woonden; De rijken verhuisden naar schonere, ruimere en veiligere wijken. Het individueel isolationisme is geboren waardoor er zich verschillende wijken ontwikkelden waarin de verschillende sociale klassen een aparte positie hadden. In de armere wijken waren niet de middelen of sociale cohesie om zich te verzetten tegen de betere wijken waardoor er op die plaatsen de meest hinderlijke bedrijven kwamen.

Mensen moesten naar de stad komen om deel te kunnen nemen aan het commercieel leven, men wilde zo dicht mogelijk bij zijn werk gaan wonen. Hierdoor is er een sterke bevolkingsgroei in de stad, wat een weerslag had op de hygiënische omstandigheden nog verslechterden. Er is opstapeling van vuil in de straten, gebrek aan stromend water en een ongelooflijke stank. Dit kwam voornamelijk door het slechte rioleringsstelsel dat in de stad aanwezig was. Het is dan ook geen wonder dat er besmettelijke epidemieën uitbraken zoals cholera.

Om dit probleem op te lossen wou men nieuwe sanitaire hervormingen doorvoeren, wat voornamelijk het gevolg was van de grote aanhang van de miasmatheorie. De eerste rioleringen werden aangelegd in de betere wijken. Op deze manier ontstond er een rioleringsnetwerk in de rijkere delen van de stad, hierdoor werd het voor de armere goedkoper om zich aan te sluiten op dit netwerk. In bepaalde wereld delen beschikken de armen nog steeds niet over voldoende middelen om zich aan te sluiten op dit netwerk en moeten ze het doen met open rioleringen en bergen afval naast de woonst die nooit opgehaald wordt. Dit zijn ook toestanden die we gezien hebben na de tsunami in Haïti en India.





De rijken zullen beschikken over de nodige veiligheids- en hygiënische voorzieningen. Terwijl de armen aan de rand van de stad wonen in tenten of vervallen “huizen” die amper bewoonbaar zijn, waardoor er op die plaatsen een broeigaard voor ziekten aanwezig is. Op deze plaatsen zal er zich afval en uitwerpselen opstapellen. Hulpverleners concentreren zich dan ook vaak op hygiënische voorlichtingscampagnes en de voorziening van stromend water in de bestrijding van ziekten.

Survivel of the fittest


Het woord Miasma is afkomstig uit de Griekse tijd waar het een infectie of verontreiniging betekende. De miasmatheorie zoekt de oorzaak van de ziekte op plaatsen waar afval schadelijke dampen uitwasemt. Het woord miasma werd aangewend voor ziektes met een onbekende oorzaak zoals syfilis, cholera en …. Om deze ziektes te voorkomen moesten de dampen verdreven worden voor frisse lucht, dienden stilstaande poelen te worden geloosd, uitwerpselen, afval, vuil en stof moesten worden opgeruimd. Dit alles vroeg dus in de eerste plaats om een grootscheepse reinigingsoperatie van huizen en straten. De rijken starten met de aanleg van een rioleringsnetwerk, straatvuil werd op regelmatige tijdstippen opgehaald en ongezonde woningen werden gesloopt. De rijken deden er alles aan om de vervuiling te voorkomen in de hoop een zo gezond mogelijk leven te lijden.
De Miasmatheorie verloor geleidelijk aan kracht en men ging kijken naar een meer wetenschappelijke benadering van ziekten, dit vond men terug in de contagionistische benadering. De oorzaak van ziekte in de contagionistische visie werd allereerst gezocht in het feit dat levende organismen van de ene drager aan de andere werden doorgegeven.

De dag van vandaag vinden we de miasmatheorie nog steeds terug bij de homeopathie. Volgens de grondlegger van de homeopathie, Samuel Hahnemann, is een zogenaamd miasma de reden waarom we ziek worden en dat ziektes na behandeling steeds terugkomen en ware genezing uitblijft. De vervuiling is niet zoals deze vroeger opgevat was, maar we zullen deze een erfelijke dimensie meegeven. We worden ziek doordat we vervuilde cellen van onze voorouders hebben overgenomen. In deze benadering kunnen Miasma’s NIET worden veroorzaakt door pathogene agentia of ziekmakende omgevingsfactoren zoals verkeerd voedsel/water, slechte behuizing, klimaatuitersten, vuile lucht, toxische middelen, ...

Misschien moeten we de waarheid ergens tussenin gaan zoeken. We worden niet ziek door enkel alleen een vervuilde omgeving of alleen door vervuilde cellen, maar er zal een combinatie van omgevingsfactoren en erfelijke overdracht van vervuilde cellen nodig zijn.